Beschrijving

SGMm

Het Stadsgewestelijk Materieel (SGM) (officieel ook wel aangeduid als Plan Y of Elektrisch Materieel '74) valt onder de verzamelnaam Sprinter en was het eerste Nederlandse spoorwegmaterieel dat specifiek is ontwikkeld voor stadsgewestelijk vervoer.
Het materieel heeft dienst gedaan op het Nederlandse spoorwegnet van 1975 tot 2021.

De Sprinters zijn gebouwd door Talbot (nu: Bombardier Transportation) in Aken.
Op 7 maart 1975 werd de 2001 afgeleverd, vlak na de aflevering van de elfde serie Plan V, die in totaal uit 13 series bestaat. Deze 2001 reed op 26 maart 1975 zelfstandig op de Hofpleinlijn. Als laatste trein van de eerste serie werd op 4 november 1975 de 2015 afgeleverd. De oudste Sprinters zijn dus ouder dan de nieuwste treinen Mat '64.
De in mei 1977 bestelde serie SGM-1 van 60 treinstellen werd vanaf 28 september 1978 afgeleverd.
De serie SGM-2 werd besteld in juni en september 1981: 45 middenrijtuigen, voor verlenging tot driewagen-treinstellen en 15 "driewagenstellen". Hierdoor kwam het totaal op 60 driewagen-treinstellen. Deze SGM-III Sprinterserie ("drietjes") werd vanaf 1983 in bedrijf gesteld.

Vanaf de zomer 2003 tot eind 2006 hebben alle driedelige Sprinters een midlife-revisie gekregen in de Deense vestiging van Bombardier te Randers. Het interieur is geheel vernieuwd en de scheidingswanden tussen de balkons en afdelingen zijn nu van glas. Het plafond is hoofdzakelijk in grijs en wit uitgevoerd, de vloer donkergrijs met kleurige spikkels. De middenbak heeft extra deuren gekregen, zodat alle bakken nu evenveel deuren hebben. Ook de tractie-installatie is aangepast, zodat de treinen sneller kunnen optrekken. In het middenrijtuig is de conducteursruimte verdwenen, waardoor de tweede klas is vergroot en zijn de balkons groter geworden. Geen enkele stoel (ook niet in de 1ste klas) heeft armleuningen tussen de stoelen (alleen aan de zijkanten). Het aantal zitplaatsen wordt voor het eerst niet meer aangegeven in de treinen. Ook hebben de treinen een automatische halteafroep, ingesproken door Loes van der Schaft, en een passagiersinformatiesysteem: op elektronische lichtkranten worden de stations met aankomsttijden weergegeven. De buitendeuren sluiten automatisch na enige tijd, dit is dus niet altijd het teken dat de trein gaat vertrekken. Ze krijgen aan beide kanten achteruitkijkspiegels. De gemoderniseerde Sprinters worden aangeduid als SGMm. Ter onderscheid zijn de treinstelnummers verhoogd met 100, zodat deze treinstellen nu de serie 2936-2995 vormen. Ook de kleurstelling is veranderd. Voor het eerst sinds de jaren 70 is de basiskleur niet meer geel, maar wit, aangevuld met blauw en geel. Naar aanleiding van deze nieuwe kleurstelling hebben treinliefhebbers de vernieuwde Sprinter de bijnaam Vlaflip gegeven.
In september 2006 zijn twee CityPendels naar Denemarken vertrokken, waar bekeken is of het zinvol was de overige sprinters ook te gaan moderniseren. Er is besloten alle tweedelige Sprinters inderdaad op dezelfde manier te moderniseren als de driedelige Sprinters. Deze revisie is in april 2007 begonnen en heeft geduurd tot 2009. De stellen zijn uit Denemarken terugkomen met een nummer in de 2100-serie, hiervoor is het stelnummer met 110 verhoogd, zodat er geen cijfers zijn die voorheen door Stoptreinmaterieel '90 zijn gebruikt. De 15 stellen uit de eerste serie zijn hierbij voorzien van een bakovergang en alle 30 stellen zijn weer voorzien van eerste klas. Het energieverbruik van de treinstellen is 25% verminderd met de revisie.