Beschrijving

ICE 3M

De Intercity-Express, afgekort als ICE, is de snelste trein van spoorwegmaatschappij DB Fernverkehr, onderdeel van Deutsche Bahn AG (DB). Het is tevens de hoogste treincategorie. De hogesnelheidstreinen worden gebouwd door Siemens.

Sinds 1985 experimenteert de DB met een eigen hogesnelheidstrein, als tegenhanger van de Japanse Shinkansen en de Franse TGV. De motorwagens van het prototype ICE-V (voorheen Intercity Experimental) werden in maart 1985 aan de DB afgeleverd. De tussenrijtuigen volgden: op 31 juli 1985 werden deze in Donauwörth afgeleverd. Op 26 november 1985 werd de ICE-V aan het publiek voorgesteld. Op dezelfde dag haalde de volledig beladen ICE op het traject van Gütersloh naar Hamm om 11:29 uur een snelheid van 317 km/u. Na verscheidene andere proefritten haalde deze ICE op 1 mei 1988 een snelheid van 406,9 km/u.
Het eerste prototype is buiten gebruik gesteld. Voor de ontwikkeling van de ICE 3 is wel een tweede prototype gebouwd, de ICE-S (ICE-Schnellfahrten).

Voor de introductie van de ICE werden in Duitsland de lange-afstandsverbindingen verzorgd door het Intercity (IC)-netwerk. Met de ingebruikname van elke nieuw gebouwde spoorlijn, werden de IC's op deze verbinding opgewaardeerd tot ICE. Inmiddels is er sprake van een compleet ICE-netwerk en rijden de IC's op de overige belangrijke verbindingen. 

DB bestelde in juli 1994 als gevolg van een verdrag uit 1993 voor het langeafstandspersonenvervoer 37 treinstellen ICE 3 (Baureihe 403), met een optie van 50 extra treinstellen, waarvan er uiteindelijk veertien gebouwd zijn. Om ook ICE-diensten naar bestemmingen buiten Duitsland, Oostenrijk of Zwitserland aan te kunnen bieden, is de ICE 3M (Baureihe 406) ontwikkeld. De "M" staat voor mehrsystemfähig: geschikt voor meerdere bovenleidingspanningen en treinbeïnvloedingssystemen. Hiervan werden er door de DB 13 treinstellen besteld voor het grensoverschrijdend personenvervoer naar Nederland en België.
In 1995 werd bekend dat de Nederlandse Spoorwegen (NS) voor een bedrag van 210 miljoen Duitse mark zes treinstellen van het type ICE 3M wilde kopen. Uiteindelijk werden hiervan slechts vier treinstellen gebouwd.

De treinstellen ICE 3 worden sinds 2000 in de reguliere dienst ingezet. Deze kan maximaal 330 km/h rijden en grotere stijgingen aan (4% in plaats van 2%) dan zijn voorgangers. Om het daarvoor noodzakelijke aandrijfvermogen te kunnen onderbrengen, heeft de trein geen motorwagen zoals zijn voorgangers, maar zijn de elektrische installatie en motoren (8000 kW) geheel onder de vloer ondergebracht. Van het achtdelige treinstel worden de eerste, derde, zesde en achtste bak met vier motoren van ieder 500 kW aangedreven. Door het ontbreken van afzonderlijke motorwagens, hebben de reizigers dankzij een glaswand een vrij uitzicht over de treinmachinist en het spoor. Het bijzondere is dat deze wand alleen doorzichtig is als er spanning op staat. In het Engels noemt men dat een smart window. Bij een noodremming en bij het wisselen van bovenleidingspanning, wordt de wand wit. De machinist kan dat evengoed handmatig doen vanuit de cabine. 

Tot en met de zomer van 2015 reed de ICE 3MF tussen Frankfurt am Main en Parijs. Een aantal treinstellen ICE 3M, in eigendom van DB Fernverkehr, is aangepast om in Frankrijk te kunnen rijden. Deze treinstellen vormden een aparte sub-groep binnen het volledige park van ICE 3M.
In december 2008 heeft de DB, ter vervanging van de ICE 3MF, zeventien nieuwe treinstellen van het type Velaro bij Siemens besteld. Het uiterlijk hiervan verschilt ten opzichte van de oorspronkelijke serie. Dit komt omdat de neus van het stel moest worden aangepast om aan de nieuwe TSI-crashtestnormen te voldoen. Ook werd het ontwerp van de assen herzien, zodat de controles die noodzakelijk zijn na het spoorwegongeluk op 9 juli 2008 in Keulen minder omvangrijk zijn. 

In 2017 werd door het Ausbesserungswerk in Nürnberg, gestart met de revisie van de treinstellen. Voor zover nu bekend is, betreft dit voorlopig alleen de 49 treinstellen van het type Baureihe 403. Tijdens deze revisie, wordt onder andere de Bordbistro vervangen door een volwaardig Bordrestaurant. Naar verwachting zal de revisie in het voorjaar van 2024 afgerond zijn.