Beschrijving

Locomotiefserie BR186

In de jaren 90 gaf de Deutsche Bundesbahn aan de industrie opdracht voor de ontwikkeling van nieuwe locomotieven ter vervanging van oudere locomotieven van de types 103, 151, 111, 181.2 en 120. Hierop presenteerde AEG Hennigsdorf in 1994 het prototype 12X dat later als Baureihe 145 door Adtranz te Kassel werd gebouwd. Uit dit prototype ontstond een groot aantal varianten.
De TRAXX F140 MS2 is een elektrische meerspanningslocomotief uit de Bombardier TRAXX-familie. De locomotieven zijn geschikt voor alle vier in Europa voorkomende bovenleidingspanningen. Dit type is een doorontwikkeling van de TRAXX F140 MS 2e en is in België bekend als reeks 28, in Nederland als Locomotiefserie BR186 en in Duitsland als Baureihe 186.

De locomotief bestaat uit een zelfdragende stalen constructie met cabines op beide zijdes. De locomotief is geplaatst met behulp van cilindrische schroefveren op twee-assige Flexicoil draaistellen. Het dak van de machinekamer is in drie afneembare segmenten verdeeld. De vier stroomafnemers zijn op de twee buitenste afneembare daksegmenten gemonteerd. Over het midden van het dak loopt een slipvaste laag t.b.v. onderhoudswerkzaamheden. Het grootste deel van de componenten zit in de machinekamer ingebouwd. De transformator, de accukasten, de hoofdcompressor, de luchtdroger en een van de hoofdluchtreservoirs zijn in het onderstel opgehangen. De hoogspanningsuitrusting en de tractieomvormers zijn tot een blok gecombineerd en bevinden zich in het midden van de machineruimte. De tractie-installatie is uitgerust met een draaistroom wisselrichter en heeft driefasige asynchrone motoren in de draaistellen. Iedere motor drijft een as aan maar zijn per twee gegroepeerd. Het voordeel van deze locomotieven is het geluid in de cabine, het grootste nadeel is de onbetrouwbaarheid van het geïnstalleerde beveiligingssysteem.
Deze locomotieven worden tegenwoordig door Bombardier te Kassel gebouwd. De ruwbouw van de locomotiefkasten vindt sinds 2008 plaats in de vestiging in Wrocław en de eindmontage in de vestiging in Kassel.

De Britse leasemaatschappij Angel Trains, tegenwoordig bekend als Alpha Trains, was de eerste operator die 35 locomotieven van dit type bestelde.
De locomotieven zijn in gebruik bij verschillende Europese spoorwegondernemingen, zowel in goederen- als reizigersverkeer.
Deze serie bestaat uit drie subreeksen: De E186 101 tot E186 110 (10 locs), geschikt voor Duitsland, Oostenrijk, Italië, Zwitserland en Nederland. De E186 111 tot E186 125 (15 locs), geschikt voor Duitsland, Oostenrijk, België en Nederland. En als laatste de E186 126 tot E186 135 (10 locs), geschikt voor Duitsland, Oostenrijk en Polen. Van de 15 locomotieven van de tweede subreeks (111-125) worden er twaalf verhuurd aan NSR voor inzet op de HSL-Zuid.

Het voormalige High Speed Alliance (HSA) bestelde in 2005 bij Angel Trains 12 locomotieven voor reizigersverkeer over de HSL-Zuid. Bij deze locomotieven werd de maximumsnelheid verhoogd tot 160 km/h, wat tevens de hoogst toegelaten snelheid is voor de NS-Intercityrijtuigen die door deze locs worden getrokken.
De locomotieven van NS Hispeed werden in het najaar van 2008 beplakt met een nieuw kleurpatroon met rode flanken en een wit front, wat beter aansluit bij rijtuigen in NS Hispeed-kleurstelling, en wat ze moet onderscheiden van de standaard kleurstelling van Angel Trains, die gebruikt wordt op de reeks 28 van de NMBS.
Sinds september 2009 worden de TRAXX-locomotieven ingezet op de HSL-Zuid voor de Fyra-treinen en de inzet van deze locomotieven moest een tijdelijke voorziening zijn totdat de V250-treinstellen in dienst zouden komen. Door de aanhoudende problemen met de V250-treinstellen, die in 2013 definitief van het toneel verdwenen, doen deze locomotieven nog steeds dienst en zullen dat tot de komst van nieuwe treinstellen nog zeker tot 2020 blijven doen.

Op 18 december 2013 werd bekend dat de NS in totaal 19 van deze locomotieven besteld heeft ter aanvulling van de in 2005 bij Angel Trains geleasede locomotieven. Sinds augustus 2014 is de levering van de nieuwe locomotieven op gang gekomen. Na afnameritten worden de locomotieven vanaf eind 2014 in de treindienst ingezet. De kleurstelling is nu in NS-stijl. Op 19 januari 2015 kwam de laatste locomotief van de bestelling (E186 019) aan bij het Spoorwegemplacement Watergraafsmeer. Op 6 februari 2015 droeg Bombardier de locomotieven in het Spoorwegmuseum officieel over aan NS Hispeed.
In het najaar van 2014 werd bekendgemaakt dat deze rode locomotieven net als de recente levering van de nieuwe TRAXX-locomotieven ook de geel-blauwe huisstijl zullen krijgen. De 186 114 is de eerste locomotief die deze metamorfose heeft ondergaan in het Duitse Dessau. Op 10 april 2016 zijn de 186 111 en 186 112 als laatste locomotieven gereviseerd teruggekomen uit Dessau. Daarmee is er dus een eind gekomen aan de rode locomotieven bij NS.
Op 17 juni 2015 werd bekendgemaakt dat NS een tweede bestelling voor 26 locomotieven gedaan heeft bij Bombardier. De locomotieven zijn nodig, nadat bleek dat de stuurstandrijtuigen van het ICR-materieel lastig aan te passen zijn voor samenwerking met Traxx-locomotieven. De extra locomotieven zorgen ervoor dat er geen rangeerwerkzaamheden nodig zijn, de locomotieven zullen in treinschakeling aan beide zijden van de trein komen te rijden ("sandwichbedrijf" in spoorwegterminologie). De levering begon op 23 mei 2016, toen het eerste exemplaar zelfstandig van Bad Bentheim naar Amsterdam Zaanstraat reed. De laatste kwam op 27 november 2016 via Bad Bentheim het land binnen achter Locon Benelux 9906 (ex NS 1828).

Foto's